Zinaida Nikolajevna, pseud.: Anton Krajni, Russisch schrijfster, *20.11.1869 Belev, ♱9.9.1945 Parijs; uit oude Duitse adelsfamilie. Hippius gaf van 1903-09 het tijdschrift Novy Putj uit.
Haar Petersburgse salon was het middelpunt van een litteraire groep. Zij steunde de revolutie van 1905, maar nam in 1918 een felle anti-bolsjewistische houding aan en emigreerde in 1919 naar Parijs. Hippius was de belangrijkste dichteres van het Russische →symbolisme. Haar werk is veelzijdig en men bespeurt daarin de invloed van Dostojévski. Hippius schreef verfijnde, intellectualistische lyriek, romans, verhalen, toneelstukken en essays. Werken: romans: De duivelspop (1911), Prins Roman (1913); verhalen: Nieuwe mensen (1896), Spiegels (1898), Verhalen (1902), Het rode zwaard (1906), Wit op zwart (1908), Maanmieren (1912), Levende gezichten (1925); poëzie: Gedichten (1904, 1910, 1918).