Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hinderwet

betekenis & definitie

Ned. wet van 15.5.1952, Stb. 274, houdende regels ter voorkoming van gevaar, schade en hinder naar buiten door inrichtingen. De wet geeft een verbod voor het oprichten, in werking brengen, in werking houden, uitbreiden of wijzigen van dergelijke inrichtingen zonder vergunning van het gemeentebestuur.

In het Hinderbesluit van 30. 1.1953, Stb. 36, is aangegeven welke inrichtingen geacht worden naar buiten gevaar, schade en hinder te kunnen veroorzaken. Een vergunning wordt verleend door het gemeentebestuur en meestal zijn hieraan voorwaarden verbonden. Het districtshoofd van de Arbeidsinspectie en de Inspecteur voor de Milieuhygiëne treden als rijksadviseurs op. Wanneer een inrichting valt onder de Wet op de Luchtverontreiniging, waarvoor de prov. het uitvoerende orgaan is, dan wordt ook de hinderwetvergunning door het provinciaal bestuur afgegeven. Ligt een inrichting in meer dan één gemeente, dan berust de bevoegdheid tot het afgeven van de vergunning bij Gedeputeerde Staten; ligt zij in meer dan één prov., dan bij de Kroon.Privaatrechtelijk. Hij die aan een ander hinder toebrengt in het normale gebruik van zijn eigendomsrecht kan, indien deze hinder maatschappelijk onzorgvuldig wordt geacht, veroordeeld worden om met die hinder op te houden of om de door die hinder veroorzaakte schade te vergoeden. Het feit dat voor de hinder toebrengende handeling van overheidswege vergunning was verleend, b.v. op grond van de bepalingen van de Hinderwet, staat zo’n veroordeling niet in de weg.

In België is deze materie geregeld door het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, titelI, regime der als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk ingedeelde inrichtingen (Besluit van de Regent van 11.2.1946). Het geldt voor fabrieken, werkplaatsen, magazijnen, stapelplaatsen enz. waarvan het bestaan een oorzaak van gevaar, ongezondheid of hinder kan zijn voor de personen die er zich bevinden of voor de geburen. De regering stelt vast welke inrichtingen onder deze bepalingen vallen en deelt ze in twee klassen in. Inrichtingen behorend tot de eerste klasse dienen vergunnning te ontvangen van de bestendige deputatie, tot de tweede klasse van het College van burgemeester en schepenen. Beroep is mogelijk.

< >