v. (-en), encefalomalacie, het te gronde gaan van hersenweefsel door verweking.
(e) In de meeste gevallen is hersenverweking het gevolg van de verstopping van een slagader, waardoor een deel van de hersenen van bloedtoevoer wordt verstoken en dan te gronde gaat. De meest voorkomende oorzaken van een dergelijke bloedvatverstopping zijn artériosclérose en trombose. De eerste verschijnselen zijn meestal van min of meer plotselinge aard, omdat door verstopping van een bloedvat de circulatie ophoudt. Het hersenweefsel zwelt daarna enigermate op. In het verdere verloop gaan de verschijnselen min of meer terug, vaak blijven verlammingen over. Het ziektebeeld is overigens zo wisselend dat geen algemene beschrijving te geven is. De verschijnselen treden zeer geleidelijk op, indien de hersenverweking op een langzaam toenemende artériosclérose van de hersenvaten berust.