v., verstopping van een bloedvat in de hersenen, optredend bij afsluiting van een hersenslagader door een propje (o.a. bloedstolsel) dat afkomstig is uit een trombotisch proces elders in het lichaam.
(e) Treedt een hersenembolie vaak op tijdens lichaamsbeweging, dan is de hartactie vaak onregelmatig en treedt er vaak kortdurend bewustzijnsverlies op. Vaak vindt men ook elders in het lichaam een embolie. De bron van de hersenembolie vindt men meestal in het hart: een hartklepgebrek door een ontsteking van het hart (→endocarditis). Soms vindt een hersenembolie haar oorzaak in een trombose in de beenaderen, waarna een afgestoten propje via een abnormale, bestaande opening in het harttussenschot (open foramen ovale) in de slagaders naar de hersenen kan komen. De behandeling van hersenembolie bestaat in het bestrijden van de primaire trombose en het minder stolbaar maken van het bloed (→anticoagulans).