Raymond, Vlaams dichter en essayist, *21.8.1896 Menen (West-Vlaanderen), ♱6.3.1971 Brussel. Herreman was journalist en ambtenaar.
Hij nam in de kring van het tijdschrift t Fonteintje (1921-23) stelling tegen het Vlaamse expressionisme. Zijn poëzie was eerst zwaarmoedig, maar werd later milder en ironisch. Zijn essayistisch werk vertoont een mengeling van epicurisme en moralisme. Van 1929—70 schreef hij in het socialistische dagblad Vooruit bijna dagelijks een kroniek over litteratuur: Boekuil. Vanaf 1945 was hij redacteur van hetMeuiv Vlaams Tijdschrift. Werken: poëzie: (onder pseud.
Ray Vere, met M.Roelants, onder pseud. M.Minne) Eros (1914), De roos van Jericho (1931), Het helder gelaat (1940), De minnaars (1942), (met R.Minne) Album (l944), Gedichten (1956; bloemlezing); essays: Vlaamsche arbeiderspoëzie (1931), De hedendaagsche Vlaamsche letterkunde (1935), Arbeiders dichten (1937), Zeg mij hoe gij leest (1941), Vergeet niet te leven (1943), Boekuiltjes (1960), Achilles Mussche (1966).LITT. F.Closset, R.Herreman (1961).
