Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hermelijn

betekenis & definitie

I. m. (-en), 1. Mustela erminea, klein roofdier behorend tot de familie marterachtigen (e); 2. hermelijnvlinder;

II. o., het bont van de hermelijn: een purperen mantel, met gevoerd; — dragen, koning, koningin zijn; als voering van vorstelijke mantels in de heraldiek voorgesteld door een zilver(wit) veld, bezaaid met zwarte hermelijnstaartjes of -vlokjes (e): in een rode faas.

(e) De hermelijn is verspreid over Europa, Azië en Noord-Amerika; in Nederland en België niet zeldzaam, en hier 22-29 cm lang (staart 8-12 cm), tot 300 g zwaar. De hermelijn is vooral bekend om het sneeuwwitte winterkleed waarbij de staartpunt (ook in het bruine zomerkleed) steeds zwart blijft (bont). In zuidelijker streken is de wisseling in pelskleur minder geprononceerd of zelfs geheel afwezig. In de Alpen komt een dwergvorm voor. De hermelijn is een felle nachtelijke rover, die voornamelijk van knaagdieren leeft; hij kan in kippenen duivenhokken zeer schadelijk zijn. In mei-juni worden 4—7 jongen (nestblijvers) in een vaak niet zelf gegraven hol geboren.

Hermelijnen zijn uitstekende klimmers en zwemmers; minder in de nabijheid van de mens dan de wezel. Evenals deze vangen zij vaak prooidieren die groter zijn dan zij zelf; meestal wordt het slachtoffer besprongen en de ruggegraat gebroken of een slagader doorgebeten. Doordat de vraag naar het bont is afgenomen, is de hermelijn over het grote verspreidingsgebied op de meeste plaatsen nog zeer algemeen.

Het bont van de hermelijn werd vooral sinds het begin van de middeleeuwen door vorsten gedragen als mantelvoering of kraagafzetting van de staatsiegewaden (als zodanig attribuut van het koningschap). In latere tijden werden ook de lichtbruine zomervellen voor bontmantels gebruikt.

Als kleur voor een wapenschild of -figuur kent men ook de aanduiding hermelijn. De oorsprong ervan is gelegen in het bekleden van een schild met kostbaar hermelijnbont, wit van kleur met zwarte staartjes. Juist deze staartjes worden in sterk gestileerde vorm veelal als willekeurig gegroepeerde kleuraanduiding van het schild gehanteerd. Men spreekt van tegenhermelijn indien de ondergrond zwart is met witte staartjes.

< >