Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

herculeskevers

betekenis & definitie

m. (mv.), enige grote keversoorten, behorend tot de geslachten Dynastes en Oryctes.

(e) De herculeskevers behoren tot de neushoornkevers, een onderfamilie van de bladsprietkevers. De mannetjes dragen meestal op kop en borststuk (vaak zonderling gevormde) hoorns en spitsen. Zij verbergen zich overdag in gaten van bomen, onder bladen enz. Het zijn planteneters. Hiertoe behoren een duizendtal soorten, bijna uitsluitend in de tropen en grotendeels in Amerika. Het meest bekend is de grootste vorm, de herculeskever (Dynastes hercules); lengte 157 mm, waarvan bijna de helft komt voor rekening van een hoorn op de rugzijde van het borststuk, die naar voren gericht is en een kortere hoorn op het voorhoofd overdekt.

Het dier is zwart gekleurd, met olijfgroene, zwart gevlekte dekschilden. In Europa (ook in Nederland en België) komen slechts enkele vormen voor, o.a. de neushoornkever, Oryctes nasicornis, lengte 3,5 cm.

< >