Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

heliciteit

betekenis & definitie

[→Gr. helix, tol], v.

1. de waarde van de projectie van de spin van een deeltje langs de bewegingsrichting van dat deeltje (e);
2. aanduiding voor de schroef structuur van grote moleculen (e)

(e). NATUURKUNDE. De benaming berust op een aanschouwelijke, doch niet geheel verantwoorde, voorstelling die men zich van de →spin maakt: een draaiing om de eigen as. Wanneer de draaiingsas van het deeltje samenvalt met de bewegingsrichting, dan horen draaiingsrichting en voortplantingsrichting bij elkaar als een rechtse of linkse schroef. Voor een →proton (spin ½) is de heliciteit +½ of —½: in het eerste geval zijn spin en bewegingsrichting parallel, in het laatste geval antiparallel. Is de spin van een deeltje s, dan zijn er 2s + 1 heliciteitstoestanden, mits de massa van het deeltje niet nul is. Is de massa nul, zoals bij neutrino en foton, dan zijn er slechts twee toestanden, nl. voor spin en bewegingsrichting parallel en antiparallel.

(e) SCHEIKUNDE. Heliciteit vindt men niet alleen bij →proteïnen (helix) maar ook bij fenantreenderivaten en helicenen, waarin de aromatische groepen door aangehechte groepen schroefvormig gedeformeerd zijn. B.v. 13-heliceen, waarin 13 benzeenkernen zo aan elkaar verbonden zijn, dat ze niet in een plat vlak kunnen liggen. Men kan een rechtsen een linksdraaiende structuur onderscheiden.

< >