m. (-s), raderboot waarbij het voortstuwingsrad aan het achterschip (hek) van het vaartuig is aangebracht.
(e) De hekwieler is een passagiersen/of vrachtboot voor ondiepe rivieren, voornamelijk in de tropen, waar door de soms grote hoeveelheden drijfhout een →raderboot met schoepenraderen opzij te kwetsbaar zou zijn. Bovendien is de hekwieler veel minder breed en steekt minder diep, zodat hij bij lage waterstand nog kan varen.