(Lat.: Hecuba), in de Griekse mythologie gemalin van de Trojaanse koning Priamos, volgens Homeros moeder van 19 kinderen (o.a. Hektoor, Paris, Kassandra, Polyxena, Deifobos en Helenos), die zij allen door de Grieken gedood of tot slaaf gemaakt zag.
Na de val van Troje werd Hekabe slavin van Odysseus, doch wierp zich in wanhoop in zee. Volgens Euripides gelijknamige tragedie kwam zij met de Grieken in Thracië en vond daar het lijk van haar jongste zoon Polydoros, die door zijn gastheer, koning Polymestor, uit hebzucht was vermoord. Uit wraak het Hekabe diens zonen doden en maakte hemzelf blind, waarop zij zich in zee wierp en een hond werd, wiens graf (kynos sema) aan de Hellespont werd getoond.
