Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Heine, Heinrich

betekenis & definitie

Duits dichter, *13.12.1797 Düsseldorf, ♱17.2.1856 Parijs; uit joods koopmansmilieu. Heine studeerde rechten, promoveerde in 1825 en werd protestants christen om toegang tot de Duitse maatschappij te krijgen.

Niettemin kon hij in Duitsland geen carrière maken. Hij vestigde zich na de Julirevolutie (1831) als journalist te Parijs. In 1835 werden in Duitsland alle boeken van het Junge Deutschland, waaronder ook de zijne, verboden, zodat hij in financiële moeilijkheden kwam; in 1841, na zijn huwelijk met een Française, kreeg hij een toelage van de Franse regering. Heine stierf aan een ruggemergsziekte, en werd op zijn ziekbed slechts bijgestaan door zijn laatste liefde, bezongen als Mouche (Elise Krinitz, *1830; ♱1897). In zijn vroege romantische periode boekte Heine vooral succes met reisproza en briljante lyriek, die ten dele door enige ongelukkige liefdes geïnspireerd was. Later werd Heine een van de voormannen van das Junge Deutschland en een tegenstander van de romantiek.

Hij kreeg een duurzame betekenis door zijn geestige visie op de culturele en politieke verhoudingen in Duitsland. Gedurende de 19e eeuw was Heine geliefd en beroemd door zijn poëzie, maar in latere tijden ging men hem vooral waarderen om zijn ironisch, vaak sarcastisch proza. Werken: poëzie: Buch der Lieder (1827), Neue Gedichte (1844), Atta Troll (1843), Deutschland, ein Wintermärchen (1844; satire op Duitse toestanden), Romanzero (1851), Gedichte 1853 —54 (1854); proza: Reisebilder (4 dln. 1826-31), Französische Zustände (1832), Zur Geschichte der Religion und Philosophie in Deutschland (1835), Die romantische Schule (1836). Uitgaven: Sämtl. Werke, door M.Windfuhr (16 dln. 1964 vlg.); Säkularausgabe (50 dln. 1970 vlg.). LITT. L.Marcuse, Heine (1960); H.Kaufmann, Heine (1966); M.Windfuhr, Heine Studien (1972); W.Preisendanz, H.Heine (1973); W.Kuttenkeuler, H.Heine (1973); L.Rosenthal, H.Heine als Jude (1973); M.Windfuhr, H.Heine (1976); R.Wolf, H. Heine, schrijver in ballingschap (1977).

< >