tw.,
I. met open e (hè),
1. om krachtsinspanning uit te drukken: hè, wat zit dat vast!;
2. uiting van pijn: hè, dat doet zeer!;
3. uiting van vermoeidheid: hè, ik ben blij dat ik zit!, hè, is dat lopen!;
4. uiting van opluchting: hè, dat is een pak van mijn hart!;
5. uiting van (kinderlijke) bewondering: hè, dat is mooi!;
6. uiting van voldoening: hè, dat doet me plezier!;
7. uiting van teleurstelling: hè, dat had ik niet van je gedacht!;
II. met gesloten e (hé of he),
1. uitroep om de aandacht te trekken: hé, kom eens hier!, hé daar!;
2. uiting van verwondering: hé, vind je dat?;
III. toepassingen waarin zowel de gesloten als de open klank gebruikt wordt:
1. om te kennen te geven dat men een bevestigend antwoord verwacht: je komt toch ook, -?; ja, -?;
2. bij een schampere of ongeduldige vraag: wat wou je nu eigenlijk, —?