o. (-en), (ook: havendam, pier), voorziening die een aan open zee liggende haven of een haveninvaart begrenst.
(e) De door de havenhoofden tegen golfbeweging en kuststromen beschutte oppervlakte biedt een rustig vaarwater en is minder snel aan verondieping onderhevig. Naar gelang van de omstandigheden legt men één, twee of meer havenhoofden.