Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

haveloos

betekenis & definitie

bn. (-lozer, -t),

1. zonder have, zonder geld en goed;
2. armoedig en verwaarloosd, slordig, met gescheurde kleren: wat ziet hij er — uit; een haveloze bedelaar; verwaarloosd, vervallen: een — gebouw; gescheurd, met gaten: een haveloze jas. Havelte, Ned. gemeente in de prov. Drenthe, 75,23 km2, 5570 inw., 67 % n.h., 7 % overige, 26 % g. kerkg. Havelte, een landbouwgemeente (ca. 52 km2 cultuurgrond, m.n. grasland) is bekend om het natuurschoon (ca. 1900 ha bos, heide, zandverstuivingen en vennen met meeuwenkolonies) en hunebedden (op de Bisschopsberg). De ned.-hervormde kerk (1310) en de toren (1410) zijn gerestaureerd in 1920—25. In Overcinge (16e eeuw) is een volkshogeschool gevestigd. Havelte bezit twee zuivelfabrieken. Bezienswaardig zijn verder: Drentse schaapskudde te Holtinge, klokkestoel (16e eeuw) te Wapserveen en oude Saksische boerderijen.

< >