Duits schrijver, *10.9.1898 Kassel. Hausmann woont in de kunstenaarskolonie Worpswede bij Bremen.
Hij schreef kunsthistorisch werk, maar vooral romans en novellen. Zijn werk handelt vaak over de onopvallende randfiguren in de moderne samenleving en heeft als uitgangspunt Hausmanns christelijk-existentialistische levensvisie. Werken: romans: Lampioon küsst Mädchen und kleine Birken (1928), Salut gen Himmel (1929), Abel mit der Mundharmonika (1932), Ontje Arps (1934), Abschied von der Jugend (1937), Haginbar (1953), Andreas (1957), Sternsagen (1967); poëzie: Jahr des Lebens (1938), Irrsal der Liebe (1960). Uitgave: Verz. werken (1969 vlg.). LITT. K.Schauder, M.Hausmann (1968). hausmanniet, o., bruinzwart mineraal met metaalglans, Mn304.(e) Hausmanniet is tetragonaal gekristalliseerd in, op regulaire oktaëders gelijkende, bipiramiden. Gevormd door contactmetasomatose en hydrothermaal. De hardheid is 5.5 (schaal van Mohs). Hausruck, Oostenrijkse beboste bergrug, 30 km lang, 800 m hoog. De Hausruck, waarin bruinkool gevonden wordt, vormt de waterscheiding tussen de Inn en de Traun.