Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hartblok

betekenis & definitie

o., verstoring van de juiste samenwerking van de beide harthelften.

(e) De beide hartkamers ontvangen via de bundel van His impulsen tot contractie uit de boezems. De bundel van His vormt de enige zenuwverbinding tussen boezems en kamers. Bij beschadiging ervan kan de prikkel uit de boezems de kamers niet bereiken (totaal hartblok), of gebeurt dit onvoldoende vaak of vertraagd (partieel hartblok). Is er totaal hartblok, dan werken boezems en kamers niet meer synchroon. De kamers contraheren in hun eigen tempo, dat veel lager ligt dan dat van de boezems. Dit tempo is bovendien niet meer beïnvloedbaar door hogerop ingeschakelde nerveuze regulatoren, d.w.z. bij inspanning blijft de hartfrequentie dezelfde.

Deze langzame hartslag leidt ertoe dat er vaak toestanden van insufficiëntie ontstaan, doordat b. v. de hersenen onvoldoende doorstroomd worden, hetgeen aanvallen van flauwvallen doet ontstaan (→Adams-Stokes-aanval). Ook kan de prikkelvorming in de kamers korte of lange tijd geheel ophouden, hetgeen dood door hartverlamming kan veroorzaken. Men kan door kunstmatige elektrische prikkeling, juist bij een totaal hartblok, de hartfrequentie op een normale frequentie houden met een →pacemaker.

< >