Engels kwakertheoloog, *27.1.1852 Plymouth, ♱l.3.194l’Birmingham. Harris werd hoogleraar te Baltimore (1882), lector te Cambridge (1893) en bedankte voor een professoraat te Leiden, omdat hij benoemd werd tot studieleider van G.Cadburys stichting Woodbrooke bij Birmingham.
Van 1918-25 had hij de leiding van de handschriftenafdeling van de John Rylands Library in Manchester. Uit contact met Ned. leerlingen groeide de beweging der →Woodbrookers in Nederland. Bekend waren zijn ontdekkingen van vroegchristelijke geschriften, waaronder de Oden van Salomo. Werken: The newly recovered gospel of Saint Peter (1892), The gospel of the twelve apostles (1900), The dioscuri in christian legends (1903), An early christian psalter (1910), The origin of the doctrine of the trinity (1919), A new christian apology (1923).