bn. (-er, -st),
1. met haren bezet, ruig: harige handen; harige rupsen; een harige bloem;
2. draderig: harige peen, knollen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: