Amerikaans politicus, *2.11.1865 Corsica (Ohio), ♱2.8.1923 San Francisco. Harding studeerde korte tijd rechten, werd vervolgens dagbladeigenaar en bankier in Marion (Ohio).
Als republikein werd hij in 1914 gekozen tot lid van de senaat, waar hij ageerde tegen president Wilson en de oprichting van de Volkenbond. In 1920 werd hij door de zakenwereld naar voren geschoven als presidentskanditaat en met grote meerderheid gekozen. Hij ijverde voor de drooglegging, hoewel hij zich nooit exponeerde als een tegenstander van alcoholgebruik. Als (29e) president liet hij zich als stroman gebruiken door het Amerikaanse zakenleven. Zijn ambtsperiode werd bepaald door corruptie en schandalen. Een aantal van zijn medewerkers belandde in de gevangenis, sommigen stierven onder verdachte omstandigheden.
Hardings eigen dood is tot op heden nooit duidelijk verklaard. LITT. S.H.Adams, Incredible era. The life and times of W.G.Harding (1929); K.Schriftgeisser, This was normalcy: party politics 1920—32 (1948); A. Sinclair, The available man: W.G.Harding (1965); R.K.Murray, The Harding era (1965); K.G.Grieb, The Latin Amer. policy of W.G.Harding (1976).
