(sinds 1814) Fürst von, Pruisische politicus, *31.5.1750 Essenrode, ♱26.11. 1822 Genua; uit een Nedersaksisch adelsgeslacht. Von Hardenberg vervulde tot 1782 hoge ambten in het koninkrijk Hannover, was van 1783—86 minister in Brunswijk-Wolfenbüttel en bestuurde vervolgens de markgraafschappen Bayreuth en Ansbach die door Pruisen geërfd waren.
In 1795 sloot hij voor Pruisen de Vrede van Bazel (→Bazel, Vrede van). Hij was van 1804-06 minister van Buitenlandse Zaken, werd op last van Napoleon afgezet en werd in 1810 staatskanselier. Hij voerde een aantal belangrijke hervormingen door: gelijkheid voor de wet, algemene belastingen, opheffing van gilden en herendiensten, economische vestigingsvrijheid, emancipatie van de joden. Hoewel hij een voorzichtig beleid jegens Napoleon voerde, was hij toch voorstander van de aansluiting van Pruisen bij de anti-Franse coalitie (1813). Na de val van Napoleon bleef Von Hardenberg de buitenlandse politiek leiden, maar in het binnenlandse beleid bleek hij niet opgewassen tegen zijn conservatieve tegenstanders. LITT. K.Haussherr, Hardenberg (1965); K.H.von Lang, Die Gesch. des Geschlechts Hardenberg (1966); P.G.Thielen, K.A.von Hardenberg (1967).