Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

handje, o. (-s)

betekenis & definitie

1. kleine hand; een — helpen, een beetje meehelpen; een van iets hebben, de (veelal hinderlijke) gewoonte hebben het genoemde te doen: hij heeft er een van altijd de deur open te laten; zeg maar dag met je —, vergeet het maar;

2. handdruk: handjes geven;
3. kushandje;
4. (neologisme, gemeenz.) van het — zijn, homofiel.

< >