Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

handelsonderwijs

betekenis & definitie

o. (g. mv.), onderwijs dat zich richt op de voorbereiding tot arbeid in het bedrijfsleven (ev. ook overheid).

(e) In Nederland varieert het handelsonderwijs sterk naar vorm en peil. De belangrijkste vormen van economisch onderwijs waren tot de invoering van de →Mammoetwet:

1. op het laagste niveau de ULO, die, geen beroepsopleiding beogende, een zekere vorming gaf voor eenvoudige administratieve arbeid en kantoorarbeid, met een vervolg op vele handelsdagen avondscholen;
2. op het middelbaar niveau vanouds de speciale handels-HBS-a te Amsterdam, terwijl ook vele lycea in latere jaren een afdeling voor handelsonderwijs bezaten;
3. het economisch hoger onderwijs (later wetenschappelijk onderwijs genoemd) aan de economische faculteiten van de Universiteit van Amsterdam, van de Vrije Universiteit te Amsterdam en van de Rijks Universiteit te Groningen, aan de Handelshogeschool, later Erasmus Universiteit te Rotterdam en de RK Economische Hogeschool, later RK Hogeschool te Tilburg. Bovendien kan sinds 1946 tot de economische opleidingen gerekend worden het Ned. Opleidings-Instituut voor het Buitenland (NOIB), op Nijenrode (dat in dagonderwijs gedurende twee jaar een meer praktisch gerichte allround-opleiding voor het bedrijfsleven gaf), waarvan de naam later gewijzigd is in Stichting Nijenrode, Instituut voor Bedrijfskunde, sedert 1.1.197l’opgenomen onder het wetenschappelijk onderwijs met curriculum tot drie jaar. Daarnaast zijn de opleiding ter verkrijging van het middenstandsdiploma en de praktijkexamens, die worden afgenomen door de Ned. Associatie van Praktijkexamens, voor het bedrijfsleven en het gehele handelsonderwijs van steeds meer betekenis. Bij laatstgenoemde gaat het echter alleen om examineren; de opleiding dient men elders te krijgen.

Met de invoering van.de Mammoetwet werd het nijverheidsonderwijs oude stijl in acht verschillende soorten beroepsonderwijs ondergebracht; daaronder vallen ook het economische en administratief en het middenstandsonderwijs. Het economisch en administratief onderwijs wordt gegeven op drie niveaus:

1. het lager economisch en administratief onderwijs (LEAO) dat opleidt voor eenvoudige kantooren winkelarbeid;
2. het middelbaar economisch en administratief onderwijs (MEAO), bestemd voor voornamelijk administratieve arbeid, met een driejarige cursus;
3. het hoger economisch en administratief onderwijs (HEAO), wat niveau betreft op economisch gebied vergelijkbaar met de bestaande HTS op technisch gebied.

In België is het handelsonderwijs eveneens gericht op de behoeften van het bedrijfsleven en de maatschappij . De graad van licentiaat in de handelswetenschappen wordt afgeleverd door de economische hogescholen en economische faculteiten van de universiteiten, die ressorteren onder het economisch hoger onderwijs van het lange type. Hiertoe behoren de afstudeerrichtingen: handelsen consulaire wetenschappen, handelsen financiële wetenschappen, handelsen bestuurswetenschappen. De opleiding in de handelswetenschappen is afgestemd op de organisatorische, financiële, sociale, commerciële en juridische aspecten van het bedrijfsleven. De opleiding neemt vier studiejaren in beslag. Een parallelle opleiding is deze die leidt tot de graad van handelsingenieur. Deze studierichting behelst naast een bedrijfseconomische vorming ook een inleiding in de technologie.

In het economisch hoger onderwijs van het korte type wordt een brede waaier van opleidingsmogelijkheden geboden: boekhouden, handel, distributie, secretariaat, informatica, onthaaltechniek, toerisme en hotelwezen. Deze studies behelzen doorgaans twee studiejaren en leiden tot het diploma van gegradueerde. Alle genoemde studierichtingen kunnen aangevat worden na beëindiging van algemeen of technisch secundair onderwijs. Op dat niveau bestaat eveneens handelsonderwijs nl. de economische humaniora en het secundair handelsonderwijs.

< >