o. (-s),
1. de helft van een bepaalde maat: een — cognac; meestal abs. voor een half glas (wijn, jenever enz.); ook een maatje waar zoveel in gaat;
2. (vero.) halvecent (e).
(e) Het halfje werd voor het eerst geslagen in 1819 onder Willem I; van 1819-77 in koper en daarna tot en met 1940 in brons. Na 1940 werden geen halfjes meer geslagen.