Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Haïti

betekenis & definitie

(République d’Haïti), republiek op het westelijk deel van het eiland Hispaniola, begrensd door de Atlantische Oceaan, de Caribische Zee, de Passage du Vent (Windward Passage) en de Dominicaanse Republiek; 27750 km2, 5399400 inw. Hoofdstad: Port-au-Prince.

Tot Haiti behoren île de Gonâve, île de la Tortue en île à Vache. FYSISCHE GESTELDHEID. →Hispaniola. BEVOLKING. Nadat de oorspronkelijke bevolking door de Spanjaarden was uitgeroeid (ca.1533), werden Afrikaanse negerslaven aangevoerd. De huidige bevolking bestaat voor 90 % uit negers, voor 10 % uit mulatten; er wonen ca. 5000 blanken (meest buitenlanders). Geboortencijfer is 36,2 %o; sterftecijfer 15,4 %o.Door de werkeloosheid is er emigratie naar de Dominicaanse Republiek en migratie naar Port-au-Prince en Cap Haïtien.De officiële taal is Frans; op het platteland wordt alleen de creoolse taal gesproken.

Van de bevolking is 90 % rooms-katholiek, hoewel het voodooisme voor velen belangrijker is. ECONOMIE. Haiti heeft een lage levensstandaard. Ca. 80 % van de bevolking is werkzaam in de landbouw, de basis van de economie. De landbouw maakt een groot deel van de export uit. Het grootste deel van het landbouwareaal wordt in beslag genomen door kleine tot zeer kleine bedrijfjes (gemiddeld 2 ha). De koffieproduktie was in 1974 ca. 34 mln. kg.

Door irrigatie in de vlaktes zou het landbouwareaal (30 % van Haiti) kunnen worden verHaiti. GESCHIEDENIS, +Caribisch groot. Er zijn enkele buitenlandse plantages: rijst, Gebied. katoen, bananen en sisal. Van de agrarische op brengst is 30 % afkomstig van deze plantages (8 % van het bebouwde oppervlak).

De veeteelt omvat m.n. varkens en runderen voor binnenlands gebruik.

Met traditionele methodes worden rijke visgronden bevist; in 50 % van de eigen behoefte wordt voorzien.

De Péligredam in de Artibonite Rivier is een deel van de hydro-elektriciteitscentrale met een capaciteit van 116 mln. kW/h.

In 1974 zijn de bodemschatten genationaliseerd. Gebrek aan kapitaal en aan energie verhindert doelmatige exploitatie. Op het Rocheloisplateau wordt bauxiet gewonnen (1973: 7688001). Concessies voor koperwinning zijn verstrekt aan Canada. De industrie omvat textielfabrieken, suikerfabrieken, verwerking van sisal en een cementfabriek. De meeste bedrijven zijn klein en vervaardigen consumptiegoederen of zijn reparatiewerkplaatsen.

De handelsen betalingsbalans zijn negatief. Export: koffie, sisal, suiker, bauxiet. Import: voedingsmiddelen, machines, halffabrikaten, industriële grondstoffen, transportmateriaal, hout. De belangrijkste handelspartner is de VS. De weg van Port-au-Prince naar Cap Haïtien en Fort Liberté is de enige, bijna geheel geasfalteerde weg. Van de buitenlandse handel gaat 65 % via Port-au-Prince; Miragoane is de bauxiethaven.

Het vervoer op muildieren speelt een belangrijke rol. Binnenlands luchtverkeer wordt door de nationale luchtvaartdienst de Cohata verzorgd. Er is een internationale luchthaven.

Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. Witte stranden en het gunstige klimaat scheppen de mogelijkheid voor uitbreiding van deze tak van de economie.

STAATSINRICHTING. Bestuur. Haiti is een presidentiële republiek. Bij de grondwetswijziging van 1964 werd de president, François Duvalier (PapaDoc) voor het leven benoemd. Na zijn dood in 197l’werd zijn zoon Jean Claude Duvalier (Baby-Doc) president voor het leven. Met de door hem benoemde ministerraad oefent hij de uitvoerende macht uit. De wetgevende macht bestaat uit één kamer (58 leHaiti. V.Hypolite: Les zombies, olie→en) Kiesgerechtigd zijn alle staatsburgers, ouder dan 18 laarHet land is in negen departementen onderverdeeld.

Rechtspraak is op Franse leest geschoeid. Het hoogste rechtscollege is het Hof van Cassatie, daaronder vier gerechtshoven en verder 13 arrondissementsrechtbanken en kantongerechten. Munt. De munteenheid is de gourde (G), verdeeld in 100 centimes. Koers: l’G = f0,49 = BF7. Financiën.

De Interamerikaanse Ontwikkelingsbank en de onderafdelingen van de VN steunen het land financieel. Bij de uitvoering van het tweede vijfjarenplan (1976-81) legt de president sterk de nadruk op verbetering van de agrarische ontwikkeling en de infrastructuur.

Het onderwijs wordt verbeterd. Ondanks de leerplicht is 80 % analfabeet. In Port-au-Prince is een universiteit (1944).

De defensie is totaal 6500 man sterk, verdeeld in leger (6000 man; infanteriebataljons), vloot (eigenlijk meer kustwacht, 350 man) met negen patrouillevaartuigen, luchtmacht (250 man) met 45 vliegtuigen van 12 verschillende soorten. Daarenboven is er een militia (Volontaires de la Sécurité Nationale), 5000 -7000 man. De president is opperbevelhebber over alle defensieonderdelen en benoemt tevens de officieren.

LITT. H.Blume, The Caribbean Islands (1974). LITTERATUUR, →Caribisch Gebied: LETTERKUNDE.

GESCHIEDENIS. Columbus ontdekte Haiti op 6. 12.1492 tijdens zijn eerste reis en noemde het Hispaniola. De eerste kolonisten kwamen voor het goud .-naar gingen, toen de hoeveelheid daarvan tegenviel, over op de verbouw van suikerriet, dat door Columbus was meegenomen. In 1516 werd de eerste suikermolen van het Caribisch Gebied op Hispaniola gebouwd. Door o.a. het zeer harde optreden van de Spanjaarden tegenover de oorspronkelijke, Indiaanse bevolking, was deze binnen 50 jaar praktisch uitgeroeid (1492: 200000-300000; 1548: 500). Vanaf 1505 werden daarom negerslaven aangevoerd.

Na de ontdekking van Mexico en Peru (1519-28) trokken de meeste kolonisten daarheen (goud). Hispaniola werd voor deze nieuwe kolonies leverancier van levensmiddelen, vooral suiker en koffie.

Begin 17e eeuw namen Franse zeerovers bezit van het westelijk deel van het eiland, dat bij de Vrede van Rijswijk (1697, einde Negenjarige Oorlog) door Spanje definitief aan Frankrijk werd afgestaan, dat het Saint-Domingue noemde. De kolonisten legden zich vooral toe op de verbouw van suiker, waardoor het aantal slaven snel toenam: in 1789 bestond de bevolking uit 40000 blanken, 28000 vrije kleurlingen, voornamelijk mulatten, en ruim 450000 slaven. Op dat moment voorzag Saint-Domingue half Europa van suiker, met een opbrengst die éénderde méér was dan van alle Britse Caribische eilanden bij elkaar.

Onder invloed van de gelijkheidsdenkbeelden van de Franse Revolutie braken in 179l’overal opstanden uit van vrije mulatten (zwaar gediscrimineerd door de blanken) en negerslaven, de laatsten aangevoerd door F.D.Toussaint Louverture. Vele blanken vonden de dood, de rest vluchtte. Napoleon stuurde in 1802 zijn zwager generaal Leclerc naar Saint-Domingue om te proberen de waardevolle kolonie weer te onderwerpen. Leclerc nam Toussaint Louverture door verraad gevangen en het hem naar Frankrijk voeren, waar hij al spoedig in gevangenschap stierf. De opstand werd echter voortgezet onder leiding van J.J.Dessalines en H.Christophe, die de Fransen versloegen en verjoegen, geholpen door de gele koorts. Op 1.1.1804 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen onder de oude Indiaanse naam Haiti. Bij de nieuwe constitutie werd de slavernij afgeschaft en grondbezit door blanken verboden.

Dessalines nam de titel van keizer aan, onder de naam Jacobus I. Zijn despotisch bewind kostte hem echter het leven bij een samenzwering onder leiding van Pétion en H.Christophe (1806). Deze laatste werd in 1807 president. Het zuidelijke deel van Haiti maakte zich echter onafhankelijk, onder Pétion als president. In 181l’liet Christophe zich tot koning kronen. Na 1818 trachtte hij het verloren zuiden weer te heroveren, maar wegens zijn wreedheden lieten zijn troepen hem in de steek, waarop hij zelfmoord pleegde.

De beide delen kwamen daarna weer bij elkaar. Haiti veroverde in 1822 het Spaanse deel van het eiland, dat zich een jaar eerder onafhankelijk van Spanje had verklaard. Pas in 1844 slaagde dat deel erin zich weer vrij te vechten, en verklaarde het zich ten tweede male onafhankelijk, als de Dominicaanse Republiek. De dictators volgden elkaar in hoog tempo op, waarbij de heersende elite bestond uit mulatten, en de negers er weinig beter aan toe waren dan in de slaventijd. De economie stond er zeer slecht voor doordat men na de onafhankelijkheid opgehouden was suiker te verbouwen en overgegaan was op koffie, door een hoge schuldenlast aan Frankrijk (schadevergoeding in ruil voor erkenning) en door de economische boycot door de VS.

In 1915 grepen de VS in (het gebied was strategisch te belangrijk geworden door het Panamakanaal). Onder deze interventie werd de financiële situatie gesaneerd, de Amerikaanse investeringen stegen sterk. Er kwamen veel uitbarstingen van anti-Amerikanisme voor, o.a. een grote opstand in 1918. De VS steunde rechtse dictators, die voor rust en orde moesten zorgen. In 1934 werden de laatste Amerikaanse troepen teruggetrokken. In 1958 werd de arts F.Duvalier, als eerste neger, president.

In de loop der jaren werd hij, steunend op de geheime politie, een steeds beruchter dictator. Tot zijn dood in 197l’werden verschillende mislukte staatsgrepen Haiti. Links: het drogen van hennep gepleegd. Zijn 19-jarige zoon Jean Claude volgde Rechts: markt in Port-au-Prince hem op als president voor het leven. De betrekkingen met andere landen, die tijdens de regering van J.Duvalier zeer verslechterd waren, verbeterden na 197l’aanzienlijk. Maar ondanks de sindsdien sterk toegenomen buitenlandse hulp is het nog steeds het armste land ter wereld. LITT. C.L.R.James, The black jacobines, Toussaint Louverture and the San Domingo revolution (1936); J.Verschueren, La république d’Haïti (3 dln. 1948); D.Bellegarde, Hist. du peuple haïtien (1953); A.Métraux, Haïti, la terre, les hommes (1957); M.De Young, Man and land in the Haitian economy (1958); L.F.Manigat, Haiti of the sixties, object of intern, concern (1964); R.W.Logan, Haiti and the Dominican Republic (1968); B.Diederich en A.Burt, Papa Doe; truth about Haiti today (1969); V.Fleischmann, Aspekte der sozialen und politischen Entwicklung Haitis (1971); B.Diederich en A.Burt, Papa Doe, Haiti and its dictator (1972).

< >