Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hagel

betekenis & definitie

m. (-s),

1. vorm van neerslag uit de dampkring die als ronde of hoekige ijskorrels neervalt (e): het graan heeft van de — geleden; hagelbui: in de — lopen; als krachtwoord: wat —!;
2. (fig.) zwerm, dichte menigte: een — van kogels;
3. hagelkorrel;
4. gegoten loden korrels waarmee men schiet: het geweer was met — geladen; met zilveren — schieten, wild kopen, (ook) iemand omkopen.

(e) De doorsnede van hagelkorrels kan 5-50 mm bedragen, soms nog meer (in Nebraska tot 13,8 cm, bijna 0,75 kg). Zij kunnen geheel doorzichtig zijn, of samengesteld uit afwisselend heldere en ondoorzichtige lagen. Zijn de korrels kleiner dan 5 mm, dan spreekt men van korrelhagel of ijsregen (afhankelijk van de structuur). Hagelstenen zijn meestal rond, maar kunnen, vooral wanneer een aantal hagelkorrels zijn samengeklonterd, onregelmatig van vorm zijn. De kern van een hagelsteen is meestal wit en ondoorzichtig, de lagen, meestal niet meer dan vijf, maar soms wel 20, zijn bijna altijd helder. De soortelijke massa van hagelstenen varieert tussen 0,l’en 0,9; ze drijven op water.

Hagel valt meestal in de continentale gebieden op gematigde breedten. Naar de pool en naar de evenaar neemt de hagelfrequentie af. De zwaarste hagel valt uit zomerse onweersbuien. In de koudere jaargetijden is de hagel meestal licht. Dit houdt verband met de grotere verticale afmetingen van de buienwolken in de zomer en met de hogere temperaturen aan de wolkenbasis (groter waterdampgehalte). Hagelval duurt zelden langer dan 15 min. De hagelval volgt een bepaalde baan, waarlangs de intensiteit varieert.

Hagel ontstaat in grote buienwolken, in de toppen waarvan de temperatuur ver onder nul is. De daar gevormde ijskristallen groeien eerst door directe sublimatie van waterdamp, of door aanraking met onderkoelde waterdruppeltjes. Is de hagelkorrel groot en zwaar genoeg geworden, dan daalt hij langzaam door de stijgende luchtstroom in de wolk. Tijdens dit valproces groeit hij m.n. door aanraking met onderkoelde waterdruppels. Ondoorzichtige lagen ontstaan bij botsing met kleine druppels die direct vast vriezen en zo lucht insluiten, zodat de laag ondoorzichtig wordt. Heldere lagen ontstaan bij botsing met grote druppels die eerst een vloeibare huid om de kern vormen en daarna tot helder ijs bevriezen.

De laagsgewijze opbouw van de hagelstenen geeft een beeld van de toestand van de zones in de wolk, waardoor de hagelsteen achtereenvolgens gevallen is. Hoe krachtiger de opstijgende bewegingen in de wolk zijn en hoe groter de verticale afmeting van de wolk is, des te langer duurt de val van de hagelstenen en des te groter kunnen zij worden. Soms gaan de hagelstenen tijdens hun groeiproces ook enkele malen in de wolk op en neer. LITT. B.J.Mason, The physics of clouds (2e dr. 1971).

< >