Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Haeckel

betekenis & definitie

Ernst, Duits zoöloog en filosoof, *16.2. 1834 Potsdam, ♱19.8.1919 Jena. Haeckel was hoogleraar in de dierkunde te Jena (1862-1908).

Hij verrichtte belangrijke onderzoekingen bij de lagere zeedieren, waartoe hij vele reizen maakte, en was de apostel van het darwinisme in Duitsland. Hij formuleerde de →-biogenetische grondwet, die ook wel wet van Haeckel genoemd wordt: de ontwikkeling van elk individu is een korte herhaling van de ontwikkeling van de hele soort.Als filosoof kantte Haeckel zich heftig tegen het dualisme van de christelijke wereldbeschouwing. Hij verwierp een scheiding tussen natuur en geest, tussen materie en ziel. Haeckel leerde een genetisch monisme, dat de mens niet tegenover, maar in de natuur plaatst. Werken: Generelle Morphologie (1866), Natürliche Schöpfungsgeschichte (1868), Anthropogenie (1874), Planktonstudien (1890), Die Welträtsel (1899), Lebenswunder (1904).

LITT. H.Schmidt, E.Haeckels Leben, Denken und Wirken (2 dln. 1943-44); G.Höppfner, Leben und Werk E.Haeckels (1960); J.Hemleben, E.Haeckel in Selbstzeugnissen und Bilddokumenten (1967).

< >