Ned. schrijfster, eerste helft 13e eeuw, Brabant (?). Vrijwel niets over haar leven is bekend.
Uit haar werk kan afgeleid worden dat zij van voorname afkomst was en een goede opvoeding had genoten. Zij was uitstekend vertrouwd met Frans en Latijn, en kende de mystieke theologie en de hoofse zeden. Haar werk, dat moeilijk te begrijpen is, wordt tot de hoogtepunten van de Middelned. litteratuur gerekend. Bewaard zijn elf visioenen, eenendertig brieven, zestien mengeldichten en vijfenveertig strofische gedichten. Vooral in de laatste is de invloed van de hoofse minnelyriek zeer groot. Al in de 14e eeuw was Hadewijch bekend in geheel Europa, waar ze als heilige beschouwd werd. Uitgaven: Visioenen, door J.van Mierlo (1924-25); Brieven, door J.van Mierlo (1947);Mengeldichten, door J.van Mierlo (1952); Strofische gedichten, door N. de Paepe (1974).