m. (-s), Lomechusa strumosa, een klein tot de kortschildkevers behorend insekt, dat op de rug een aantal kliertjes bezit, waarvan het afscheidingsprodukt door haarbosjes wordt opgevangen.
(e) Het afgescheiden vocht oefent een zo grote aantrekking uit op mieren dat zij de kever niet alleen in hun nesten dulden, maar hem ook verzorgen en opkweken, hoewel de keverlarven zich voornamelijk met de eieren en larven van de mieren voeden. De haarboskever komt vooral in nesten van de rode roofmier voor. Het dier legt geen eieren maar is levendbarend. De haarboskever past uitstekend in het sociale leven van de mieren en verstaat en gebruikt ook hun sprietentaal.