Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Haagse School

betekenis & definitie

benaming voor een beweging in de Ned. schilderkunst, van ca.1870—1900, van een groep schilders, die voornamelijk werkzaam waren te ‘s-Gravenhage. Zij kwamen daar bijeen, deels aangetrokken door de toen nog aanwezige natuur, deels door het Haagse milieu (J.➝Bosboom en zijn kring), maar ook door de medewerking die zij genoten van de kunsthandel Goupil.

Deze schilders, voornamelijk landschapschilders, worden ook wel de Haagse impressionisten genoemd wegens hun belangstelling voor lichtwerking en atmosfeer. De meesten waren echter in de romantiek geschoold. Velen hadden daarna de beginselen van de Franse realistische School van ➝Barbizon aangehangen, gevormd in het zgn. Ned. Barbizon: een groep schilders in de omgeving van Oosterbeek-Wolfheze met J.W.➝Bilders als centrale figuur. Hun inspiratie deden zij op bij de 17e-eeuwse Hollandse landschapschilders, die toen een hernieuwde belangstelling genoten.

Hoewel de schilders van de Haagse School stemmingsmeesters bij uitstek waren, is hun kunst toch uitgesproken realistisch en zeker niet impressionistisch. Bij velen blijft het romantische, litteraire, meestal ontroerende element nog een belangrijke functie vervullen (Jozef Israëls, Willem Maris e.a.).Tot de oudere meesters van de Haagse School worden gewoonlijk gerekend J.➝Israëls, W.➝Roelofs, J.➝Bosboom, J.H.➝Weissenbruch, P.J.C.➝Gabriël, J.B.➝Jongkind. Speciaal schilders van het Hollandse weideen boslandschap waren de gebroeders Jacob en Willem ➝Maris, A.➝Mauve en H.W.➝Mesdag. Matthijs ➝Maris behoort met zijn tere, romantische, ten dele op de Engelse prerafaëlieten geïnspireerde werken strikt genomen niet tot de Haagse School. Een latere groep van zijn tijdgenoten en volgelingen van Jozef Israëls, misschien meer direct beïnvloed door het Franse impressionisme, vormden A.➝Allebé, A.➝Neuhuys, B.J. Blommers, D.A.C.➝Artz, T.E.A.de ➝Bock en G. J .H. ➝Poggenbeek.

Kenmerkend waren de gedempte tinten; daarom wordt de Haagse School ook wel de grijze school genoemd. Tegenover de latere, in fellere nuances werkende ➝Amsterdamse School is deze typering te verklaren. b.

LITT. G.H.Marius, De Holl. schilderkunst der 19e eeuw (1920); H.E.van Gelder, Honderd jaar Haagse schilderkunst in Pulchri Studio (1947); J.Knoef, Een eeuw Ned. schilderkunst (1948); G.Colmjon, De Haagse School (1950); J.W.de Gruyter, De Haagse School (2 dln. 1968).

< >