Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gynaecomastie’

betekenis & definitie

[➝Gr. mastos, borst], v., vergroting van de borstklier bij mannen.

(e) De borstklier wordt bij beide geslachten gelijk aangelegd en is bij de geboorte bij jongens en meisjes even sterk ontwikkeld. Onder invloed van van de moeder afkomstige hormonen, die via de placenta de vrucht kunnen bereiken, ziet men na de geboorte soms een functioneren van de kinderlijke borstklier (➝heksenmelk). Bij jongens zou men dan al van gynaecomastie kunnen spreken; deze vergroting van de klier gaat echter na korte tijd weer terug. In de puberteit treedt soms opnieuw gynaecomastie op, echter meestal zonder melkvorming, en van voorbijgaande aard. Verder vindt men gynaecomastie bij hormonale aandoeningen, b.v. van de testis, bij ziekten van de hypofyse, bijnier, of schildklier, bij chronische ondervoeding en bij levercirrose. In al deze gevallen moet men aannemen dat de produktie of de afbraak van de hormonen gestoord is, zodat het begrijpelijk is dat ook bij behandeling met grote doses bijnierhormonen of oestrogenen gynaecomastie wordt gezien. Onverklaard blijft waardoor gynaecomastie eenzijdig kan optreden.

< >