Robert Hans van, Ned. oriëntalist, schrijver en diplomaat, *9.8.1910 Zutphen, ♰24.9.1967 s-Gravenhage. Van Gulik studeerde Sanskriet, Chinees en rechten te Leiden.
In 1934 trad hij in diplomatieke dienst en werd in 1959 ambassadeur in Kuala Lumpur en in 1965 te Tokio. Van Gulik verwierf internationale bekendheid als kenner van Oostaziatische culturen, o.a. door een vertaling uit het Sanskriet van het Oudindische toneelstuk Urvaçi (1932). Hij hield zich m.n. bezig met het bestuderen van een aantal oude Chinese strafzaken (T’ang-yin-pi-shih, Sinica Leidensia X, 1956). Onder de titel Dee Goong An (1949) vertaalde hij een Oudchinese detectiveroman. Vervolgens schreef hij voor het Japanse (1951) en het Chinese (1953) publiek een detectiveroman gebaseerd op Oudchinese gegevens. Het succes hiervan en van de Engelse versie, bracht hem ertoe een hele serie te schrijven, die hij zelf illustreerde; in het Ned. uitgebracht als de Rechter Tie-mysteries.
Behalve door de aparte Chinese sfeer onderscheiden deze verhalen zich door gelijktijdige behandeling van twee of drie met elkaar verknoopte zaken. Werken: wetenschappelijk: The lore of the Chinese lute (1940), Erotic color prints of the Ming-period (1951); detectives: Nagels in Ning-tsjo (1960), De parel van de keizer (1963), De vier vingers (1964), Moord in Canton (1964).