Italiaanse dichters aan het hof van Palermo, tweede helft van de 13e eeuw. Guido was rechter te Messina.
Dante (De vulgari eloquentia) haalt twee van zijn gedichten aan: Anchor che laigua en Amor che lungiamente mai menato.Zijn Historia destructionis Troiae (1272—82), een bewerking van de Roman de Troie, had groot succes. Beide dichters behoren tot de zgn. Siciliaanse School, die bloeide aan het hof van keizer Frederik II (ca. 1250) en aan dat van zijn zoon Manfred.
Het is de oudste, aristocratische Italiaanse poëzie en staat sterk onder de invloed van de Provençaalse.
LITT. C.Contini, Poeti del Duecento (1960); B. Panvini, Le rime della scuola siciliana (1962).