perkamenten manuscript uit ca.1350, later in bezit van de Brugse patriciër Lodewijk van Gruuthuse (*1422, ♱1492), thans van de familie Van Caloen te Koolkerke (Brugge). Het bevat 7 gebeden op rijm, 16 allegorische gedichten, en 147 liederen met muzieknotatie, waaronder het beroemde lied van →Egidius, het →Kerelslied en Aloeette, voghel dein. In twee gebeden en een gedicht komt het acrostichon Jan van Hulst voor, en in een ander gedicht wordt op dezelfde wijze Jan →Moritoen vermeld. Of zij ook verantwoordelijk zijn voor de andere teksten is zeer de vraag.
Uitgaven: Oudvlaemsche liederen en andere gedichten der XlVe en XVe eeuwen, door C.G.Corton (1848); door K.Heeroma (1966; liederen).