Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

groepstherapie

betekenis & definitie

v., vorm van therapie waarin verscheidene personen te zamen behandeld worden.

(e) geneeskunde. Groepstherapie wordt vooral toegepast in de →fysiotherapie, waarbij het motief van tijdwinst op de voorgrond staat en men tevens hoopt dat de patiënten van eikaars behandeling tot beter inzicht komen.

psychologie. Hier gaan de meeste auteurs ervan uit dat het wezenlijke aspect van groepstherapie gelegen is in de gebeurtenissen binnen de groep (m.n. in de relaties die zich tussen groepsleden en therapeuten onderling ontwikkelen). De groep wordt dan beschouwd als een kunstmatig gecreëerd sociaal milieu, waarbinnen het individu meestal in dezelfde relationele problemen belandt als waarin het in zijn dagelijks leven is vastgelopen. Als deze problemen dan worden doorgesproken, kan men enerzijds meer zicht krijgen op het eigen aandeel in die problemen, anderzijds gestimuleerd worden om binnen de groep met een andere opstelling te experimenteren, die ook buiten de groep vorm kan krijgen.

litt. E.Anthony en S.Foulkes, Groepstherapie (1970); I.Yalom, The theory and practice of group psychotherapy (1975); J.Shaffer en M.Galinsky, Groepstherapie en sensitivitytraining (1976); S.D. Rosé, Groepsbehandeling van kinderen (1976).

< >