v., ecologische theorie met betrekking tot de aantalsregulatie van organismen.
(e) De theorie van de groepselectie stelt dat sociaal gedrag binnen groepen van één soort zich heeft ontwikkeld om te voorkomen dat de aantallen van een soort te groot worden. Bij veel diergroepen zouden sociale mechanismen ontwikkeld zijn (b.v. territoriumgedrag, sociale dominantie) die voorkomen dat er teveel organismen van een bepaalde soort in een bepaald gebied leven. Natuurlijke selectie werkt echter alleen op individuen en niet op groepen van individuen in, zodat de →aantalsregulatie die door ‘sociale mechanismen’ ontstaat meer een neveneffect dan de hoofdzaak zal zijn.
