m. (-s), vogelsoort met groengekleurde, hoge poten.
(e) De groenpootruiter, Tringa nebularia, behoort tot de →snipachtigen. De bovenzijde is bruin met witte veerzomen; rug en onderzijde wit. Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit waterdierjes. Deze vogelsoort broedt in de arctische streken van Eurazië, trekt al in juli zuidwaarts en verschijnt dan in Nederland en België aan de kust en in het binnenland. Terugtrek nog tot in mei. Trekt zeer ver zuidwaarts (Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland). →ruiter. LITT. D.Nethersole-Thompson, The greenshank (1951).