Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Groener

betekenis & definitie

Wilhelm, Duits officier en politicus, *22.11.1867 Ludwigsburg, †3.5.1939 Bornstedt. Groener behoorde sinds 1899 tot de Duitse generale staf, waar hij in 1912 de leiding kreeg over de afdeling spoorwegen, die verantwoordelijk was voor de snelle mobilisatie van 1914.

Hij ontwikkelde zich tot de voornaamste militaire figuur in de Duitse oorlogseconomie. Zijn bemoeienissen strekten zich uit tot de voedselvoorziening, de wapenfabricage, de burgerdienstplicht en de bemiddeling tussen kapitaal en arbeid. In 1918 leidde hij de bezetting en economische exploitatie van de Oekraïne. In okt. 1918 volgde Groener Ludendorff op als kwartiermeester-generaal. In 1919 hielp hij Ebert c.s. om de Spartacus-opstand neer te slaan. Groener was van 1920–23 minister van Verkeer en van 1928–32 minister van Defensie, in 1931–32 tevens van Binnenlandse Zaken.

In 1932 trok Groener, vooral omdat hij niet langer het vertrouwen van president Hindenburg genoot, zich terug uit de politiek. Werken: Der Weltkrieg und seine Probleme (1920), Das Testament des Grafen Schlieffen (1927), Der Feldherr wider Willen (1931), Lebenserinnerungen (1957).LITT. D.Groener-Geyer, Groener: Soldat und Staatsmann (1955); W.Baumgart (red.), Von Brest Litowsk zur Deutschen Novemberrevolution (1971; geannoteerde dagboeknotities van Groener).

< >