Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

groene revolutie

betekenis & definitie

versnelde produktietoename in de landbouw als gevolg van het gebruik van nieuwe zaadvariëteiten, te zamen met het gebruik van grotere hoeveelheden (kunst)mest en chemische middelen tegen ziekten, insekten en onkruid. De groene revolutie hangt nauw samen met het wereldvoedselprobleem.

Gedachten en ideeën over vermeerdering van voedsel werden in de jaren dertig in de Volkenbond besproken en in 1937 werd de Wereldraad voor de Voeding opgericht. Hieruit is in 1946 voortgekomen de Food and Agriculture Organisation (FAO), speciaal onderdeel van de VN, met zetel te Rome. Haar taak is de vergroting van de landbouwproduktie in de wereld te bevorderen en de voeding te helpen verbeteren.Ondervoeding in de minder ontwikkelde gebieden en hongersnood in Pakistan (1950) leidde tot de ontwikkeling van nieuwe soorten tarwe en rijst. In 1965 werden de nieuwe zaadsoorten ingevoerd in India en Pakistan (wegens een dreigende hongersnood), Bangla Desj, Indonesië en de Filippijnen. De hooggespannen verwachtingen werden enigszins teleurgesteld; oorzaken van de negatieve reacties lagen vooral in de sociaal-economische sfeer.

Arme boeren hadden meestal te weinig land om mee te kunnen experimenteren, terwijl de risico’s te groot waren. Landhervormingen en coöperaties werden door de grootgrondbezitters tegengegaan. Rijke boeren konden zich permitteren te experimenteren. De nieuwe zaadsoorten eisten een goede waterhuishouding en irrigatie. Hiervoor is samenwerking van de landbouwers nodig of investering voor de aanleg; traditionele boeren waren afhankelijk van de natuur. Zaden moesten vaak tegen hoge prijzen worden ingekocht.

Kunstmest vraagt eveneens om investeringen en bevordert de groei van onkruid; eenzijdige bemesting heeft uitputting van de grond tot gevolg. Bestrijdingsmiddelen vragen om samenwerking met andere boeren, zeker als de landerijen klein van oppervlakte zijn. Gereedschap is vaak traditioneel en niet geschikt om in de ‘moderne’ landbouw te gebruiken. De verspreiding van de technische kennis verloopt langzaam. Gevolg was dat de rijke boeren rijker en de arme boeren armer werden.

LITT. A.Barreto, A study of the social and economic implications of the large scale introduction of high-yielding varieties of food-grain (1971); L.Brown, The social impact of the green revolution (1971); F.R.Frankel, India’s green revolution (1971); K.Griffin, The green revolution, an economic analysis (1972); I.Palmer, Science and agricultural production (1972); A.Pearse, The social and economic implications of the large scale introd. of high-yielding varieties of food-grain (1974).

< >