o. (-len), weergave van een proces van economische groei in een modelvorm.
(e) Bij groeimodellen worden op basis van veronderstellingen conclusies opgesteld omtrent de ontwikkeling van de produktie per hoofd. De veronderstellingen hebben betrekking op de kapitaalvorming, de bevolkingsgroei en de techniek van het produktieproces. Belangrijke groeimodellen in de economische theorie zijn het model van Harrod-Doman, waarbij wordt uitgegaan van een beperkt aantal technische mogelijkheden en het neo-klassieke groeimodel, dat berust op een grote mate van flexibiliteit in de produktie. Uit een oogpunt van de economische politiek is het opstellen van groeimodellen van groot belang, daar zodoende een gekwantificeerd inzicht kan ontstaan in het mogelijke effect van uiteenlopende beleidsmaatregelen. Speciaal in verband met het terugdringen van de werkloosheid kunnen groeimodellen een grote dienst bewijzen.
LITT. P.A.Samuelson, Economics (1976); A.Heertje, De kern van de economie II (1977).
