Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

groeiaandeel

betekenis & definitie

o. (-delen),

1. aandeel van een groeionderneming;
2. aandeel waarvan de beleggers verwachten dat de winst per aandeel in een reeks van jaren een meer dan normale groei te zien zal geven (e).

(e) De groeionderneming is veelal agressief en sterk op research georiënteerd; zij houdt veelal een groot deel der winsten in het bedrijf om de eigen expansie te kunnen financieren (zelffinanciering), waardoor de pay-out ratio (het percentage dat de dividenduitkering van de winst uitmaakt) meestal gering is. Belangrijke kapitaalwinsten zijn voor de belegger echter mogelijk door de toeneming van de waarde van de aandelen ten gevolge van de sterke investeringen van een groot deel der eigen winst (plow back) en de expansie. Groeiaandelen vertonen doorgaans verhoudingsgewijze hoge koersen (daarom ook wel high flyers genoemd), maar ook zijn sterke koersfluctuaties mogelijk; zij vormen een geliefd speculatieobject.

Van beleggersstandpunt verdient het de voorkeur het begrip te beperken tot aandelen in ondernemingen, waarvan door beleggers of speculanten verwacht wordt dat zij een van jaar op jaar sterk stijgende winst per aandeel zullen weten te realiseren. De beleggers die zich op deze categorie aandelen toeleggen, zijn veelal om fiscale redenen minder geïnteresseerd in de dividendinkomsten uit hun beleggingen; het rendement (d.i. het dividend uitgedrukt als percentage van de beurskoers) is bij groeiaandelen meestal relatief laag als gevolg van enerzijds de sterke winstinhouding, anderzijds de veelal verhoudingsgewijze hoge koers. De stijgende winsten per aandeel zullen de belegger echter in de toekomst in staat stellen om ook van stijgende dividenden te profiteren. Mede aangezien het accent bij deze categorie aandelen vooral op de mogelijkheid van koerswinst valt, is het rendement als beoordelingsmaatstaf ook voor groeiaandelen geleidelijk verdrongen door de koers/winstverhouding, d.i. het aantal malen dat de netto-winst per aandeel in de beurskoers begrepen is. Bij uitgesproken groeiaandelen komen koers/winstverhoudingen in de orde van 40 of zelfs hoger voor. Hoewel het karakter van groeiaandeel en groeionderneming wel vaak samengaat, zijn beide toch niet synoniem.

De groei van de winst per aandeel van een onderneming is niet alleen afhankelijk van de ontwikkeling van de nettowinst van die onderneming, maar ook van de toeneming van het geplaatste aandelenkapitaal. Als het aandelenkapitaal sneller toeneemt dan de nettowinst, daalt de nettowinst per aandeel, evenals het eigen vermogen per aandeel, →kapitaalverwatering. De reden dat groeiaandelen dikwijls hoge koers/winstverhoudingen hebben, ligt in de omstandigheid dat de beleggers en speculanten bereid zijn om de gunstige verwachtingen voor de winst per aandeel in de komende jaren al eerder in de koers te verdisconteren (→beleggen).

LITT. H.C.Wytzes, Enkele beschouwingen inzake het groeiaandeel (1961); M.J.Gordon, The investment, financing and valuation of the corporation (1962); H.C.Wytzes, Ondernemingsfinanciering, theorie en politiek (2e dr. 1975).

< >