Franz, Oostenrijks dichter, *15.1.1791 Wenen, ♱21.1.1872 Wenen. Grillparzer studeerde rechten en werd huisonderwijzer, later ambtenaar.
Na 1817 was hij als dramaschrijver zeer gevierd. Hij was een produktief dramatisch en lyrisch toneeldichter, die tot 1838 succes had. De houding van het publiek tegenover zijn beste blijspel maakte dat hij zich van het toneel afkeerde, zodat zijn laatste werken pas in zijn nalatenschap zijn gevonden. Tot zijn litteraire nalatenschap behoren ook Grillparzers dagboeken, die de werkelijkheid echter ietwat vertekenen en verfraaien. Werken: Die Ahnfrau(1817), Sappho (1818), Das goldene Vliess (181820), König Ottokars Glück und Ende (1825), Ein treuer Diener seines Herrn (1828), Des Meeres und derLiebe Wellen (1831), Weh dem, der lügt (1837), Libussa (ca.1847), Ein Bruderzwist in Habsburg (1850; 1872 opgevoerd). Die Jüdin von Toledo (1850; 1873 opgevoerd).
Uitgave: Ges. Werke (42 dln. 1909-48).litt. J.Nadler, F.Grillparzer (1948); J.Kaiser, Grillparzers dramat. Stil (1961); G.Baumann, F. Grillparzers Dichtung (1966); H.F.Schafroth, Die Entscheidung bei Grillparzer (1970); F.Forster, Grillparzers Theorie der Dichtung und des Humors (1970); R.Hermann, Das sprachliche Bild im Drama Grillparzers (1971).
