Noors componist, *15.6. 1843 Bergen, ♱4.9.1907 Bergen. Grieg studeerde van 1858—62 in Leipzig.
Vanaf 1866 was Grieg werkzaam in Christiania (Oslo) als dirigent en componist, en verwierf enige bekendheid met zijn vioolsonates op. 8 en op. 13. Tweemaal reisde hij naar Italië, waar o.a. Liszt zich zeer lovend over zijn composities uitsprak. In 1880 vestigde Grieg zich in Bergen, vanwaar hij tournees door geheel Europa ondernam. Vooral met zijn pianoconcert in a-kl.t., de muziek bij Ibsens toneelstuk Peer Gynt en de vele Lyrische Stücke vestigde hij zijn grote vermaardheid. Griegs vroege composities verraden nog duidelijk de invloed van zijn studie in Leipzig, van Mendelssohn en Schumann.
Na 1870 werd de rol van het Noorse volkslied en zijn melodische wendingen van steeds groter belang. Over het algemeen worden Griegs composities gekenmerkt door een evenwichtig gebruik van chromatiek en modaliteit naast een volksliedachtige, melodische eenvoud, waardoor hij een groot publiek wist te bereiken. Werken: toneelmuziek: Peer Gynt (1875); orkestwerken: ouverture In Augustus, Holberg suite, Peer Gynt-suites; pianoconcert in a-kl.t. (1868); kamermuziek: strijkkwartet, cellosonate, 3 vioolsonates; pianowerken: o.m. pianosonate op. 7 en Lyrische Stücke; liederen en koorwerken.LITT. G.Abraham, Grieg (1947); A.V.Voss, Het leven van E.Grieg (1951); D.Schjelderup-Ebbe, E. Grieg 1858-1867 (1964); J.Cuypers, E.Grieg (3e dr. 1967).
