Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grande

betekenis & definitie

[→Lat. grandis,aanzienlijk], m. (-s), eretitel van de hoogste Spaanse adel.

(e) De titel grande werd reeds in de Moorse tijd aangenomen ter onderscheiding van de lagere adel. De grandes hadden tot de tweede helft van de 15e eeuw belangrijke privileges: zij konden slechts op koninklijk bevel worden gearresteerd, hadden vrijdom van belasting, het recht om bij koninklijke inbreuk op hun status de koning te beoorlogen en om in aanwezigheid van de koning hun hoed op te houden. Aan het eind van de 15e eeuw werden hun rechten beknot. Daarna legde koning Karel i (keizer Karel v) hun verdere restricties op in 1520. Alle grandes werden door de koning aangesproken als ‘mijn neef’. De titel werd af geschaft door koning Jozef Bonaparte (1808-14), maar twee decennia later zonder herstel van de vroegere privileges weer ingevoerd voor de hoogsten in rang van de adel.

< >