Antonio, Italiaans politicus en publicist, *23.1.1891 Ales (Sardinië), ♱27.4.1937 Rome. Gramsci studeerde te Turijn taalkunde en filologie, toonde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog een uiterst links socialist en trad in 1919, samen met zijn medestudent P.Togliatti, toe tot de redactie van het dagblad L’Ordine Nuovo.
Gramsci behoorde in jan. 1921 tot de oprichters van de →Partito Communista Italiano, waarvan hij een van de vooraanstaande leden werd. In 1922 was hij afgevaardigde op het Kominterncongres te Moskou. Gramsci verbleef van 1926 tot zijn dood in fascistische gevangenissen. Gramsci richtte zich vooral tegen een marxistische dogmatiek, die de revolutionaire slagvaardigheid van de partij zou aantasten. Zijn verdediging van het communistische partijtype werd beïnvloed door A. Sorel.
De gepubliceerde geschriften van Gramsci hebben in de jaren zestig een belangrijke rol gespeeld in de pogingen van het Italiaanse communisme zich een eigen nationale identiteit te verwerven ten opzichte van het buitenlandse marxisme-leninisme. Nog steeds hebben zijn ideeën invloed op de ontwikkeling van de marxistisch-leninistische theorie en ideologie. Werken: Lettere dal carcere (1947), II materialismo storico e la filosofia di B.Croce (1948), II Risorgimento (1949), NotesulMachiavelli, sulla politica e sullo stato moderno (1949). Uitgave: Oeuvres choisies, Fr. vert. door G.Moget en A. Monjol (1959).
litt. J.M.Cammett, A.Gramsci (1967); G.Riechers, A.Gramsci (1970); G.Fiori, A.Gramsci (1971); M.Clark, A.Gramsci and the revolution that failed (1977).