Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

globuline

betekenis & definitie

o. (-n), eenvoudige eiwitstof, proteïne, in water onoplosbaar, wel in zoutoplossingen van bepaalde concentraties.

(e) Globulinen lossen het beste op in zoutoplossingen van fysiologische concentratie. Zij komen voor in melk, het wit van eieren, graansoorten en oliehoudende zaden. De plasmaglobulinen kunnen worden onderverdeeld in ⍺1, ⍺2, 𝛽en y-globulinen. Hun moleculaire gewichten variëren van 90 000 tot 1300000.

De globulinen worden hoofdzakelijk in de lever gevormd. De ⍺1-globulinen bevatten een fractie die ➝bilirubine vervoeren, terwijl een andere fractie (⍺1-lipoproteïne) ➝lipiden en ➝steroïden transporteert. Onder de ➝𝛽-globulinen bevinden zich lipoproteïnen die lipiden transporteren evenals globulinen die ijzer (transferrine) of koper (ceruloplasmine) vervoeren. De y-globulinefractie bevat de antistoffen (➝-immunoglobuline). Vandaar dat in de eerste melk (biest) het gehalte aan globulinen zeer hoog is (10 %) zodat het jonge individu voldoende afweerstoffen tegen ziekten krijgt. In normale melk is het gehalte niet hoger dan 0,01 %. ➝bloed, ➝eiwit, ➝gammaglobuline.

< >