o., een kalkrijk diepzeeslik, waarvan globigerinen een opvallend bestanddeel vormen.
(e) In het globigerinenslik varieert het gehalte CaC03 van 30—90 %. Het is één van de belangrijkste soorten organisch diepzeeslik. Herkenbare organische bestanddelen zijn: foraminiferenschaaltjes, sponsnaalden, radiolariën, diatomeeën, coccolieten. Resten van grotere dieren komen bijna niet voor. Continentaal materiaal is meestal uiterst weinig aanwezig. Globigerinenslik komt voor op diepten van 200 -5000 m, maar vooral tussen 2000 -4000
m. Het bevindt zich m.n. in de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de zuidelijke Grote Oceaan (bij Australië). Deze drie gebieden vormen in het zuiden een gordel van globigerinenslik. Het verst zuidwaarts reikt het globigerinenslik bij Zuid-Amerika (ca. 61° ZBr.), het verst noordwaarts komt het voor tussen Ijsland en Spitsbergen. Dit hangt samen met de verbreiding van warme zeestromen (b.v. de Golfstroom).