Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

glijlager (glijleger)

betekenis & definitie

o. (-s), ondersteuning voor een draaiende as waarbij de krachten door glijdende wrijving aan de asomtrek worden overgebracht.

(e) Een draaiende as wordt in haar oplegpunten door een glijlager of wentellager ondersteund om aldaar de schadelijke invloed van de wrijving door het gewicht en door de op de as werkende krachten zo gering mogelijk te doen zijn (bij wentellagers worden de krachten overgedragen door rollende wrijving). Axiale glijlagers worden gebruikt om krachten die in de lengterichting van de as werken, door te leiden. Om hierbij een goede smering mogelijk te maken, zijn er diverse oplossingen bedacht: een oliefilm tussen lager en aseinde, een gesloten ring met radiale groeven en een speciale vorm van de draagkussens (➝michellblok), vooral bij kleine lagers en luchtof gaslagers met zeer geringe wrijvingsverliezen.

Het meest toegepast wordt het radiale glijlager dat zeer geschikt is om radiaalwerkende krachten met een zo gering mogelijk wrijvingsverlies door te leiden. Het bestaat voornamelijk uit een cilindrische bus die gewoonlijk in een kussenblok gemonteerd is. De bus wordt meestal uit twee helften gemaakt, omdat het glijlager dan gemakkelijk vervangen kan worden. Bij een vaste richting van de lagerbelasting kan een groot deel van het onbelaste vlak weggelaten worden om de wrijvingsverliezen minder te maken. Bij spoorwegwagons (➝draagpot) gebruikte men daarom halve lagerschalen.

De meest gebruikte lagermetalen zijn: brons (zeer goed bestand tegen stotende belasting, maar beschadigt de as bij heetlopen), oliehoudend sinterbrons (een poreus brons in olie gedrenkt, gebruikt op plaatsen waar regelmatige smering achterwege blijft), zelf smerend brons (onder zeer hoge druk uit bronsen grafietpoeder samengeperst, toegepast daar waar olieof vetsmering niet is toegestaan), witmetaal (een legering van lood, tin en antimoon met een lage smelttemperatuur, waardoor het bij heetlopen smelt zonder de as te beschadigen), kunststof (tegenwoordig veel toegepast). Kunststof is goedkoper en heeft een geringe wrijvingsweerstand; kunststoflagers ‘vreten’ niet, zodat de as niet beschadigd wordt. Kunststof is zeer hygroscopisch (vochtgevoelig), het heeft een slecht warmtegeleidingsvermogen en een lage toelaatbare vlaktedruk. Glijlagers zijn goedkoop, hebben diametraal kleinere afmetingen dan wentellagers, zijn licht, geruislozer, gemakkelijk in twee helften te maken en zijn niet gevoelig voor overmaat aan smeermiddelen. Maar zij veroorzaken meer wrijvingsverliezen dan wentellagers en zijn gevoelig voor niet-uitgelijnde asstand; ook de grotere lengte is een nadeel.

< >