v. (-en), speciale bekisting voor gewapend beton die tijdens de produktie van hoge bouwwerken ononderbroken en met constante snelheid omhoog verplaatst wordt.
(e) Met een glijbekisting kunnen op snelle wijze hoge bouwwerken als wateren televisietorens, fabrieksschoorstenen en silogebouwen opgetrokken worden. De hoofdconstructie van dergelijke bouwwerken bestaat uit gewapend-betonwanden die in het algemeen over de volle hoogte in plattegrond gelijk blijven. Er bestaan ook methoden waarbij het mogelijk is over de hoogte van het bouwwerk wanddikte en middellijn van b.v. een ronde doorsnede (schoorstenen of torens) te wijzigen. Hiermee kunnen conusvormige bouwwerken worden gegleden. De houten of stalen glijbekisting is meestal 1,201,50 m hoog. Zij bestaat uit binnenen buitenbekisting die op wanddikte-afstand worden gehouden door vorkvormige jukken.
Na het aanbrengen van een rondstalen wapening wordt de bekisting van bovenaf met betonspecie gevuld. Met behulp van op jukken gemonteerde hydraulische vijzels, die met tandjes om klimstaven grijpen, wordt de glijbekisting in continue beweging langzaam loodrecht omhoog gevijzeld (snelheid 10-30 cm/h). De klimstaven vinden steun in het onderliggende reeds gestorte beton.Het glijden moet continu dag en nacht worden voortgezet totdat de volle hoogte van het bouwwerk is bereikt. Bij de aldus langzaam omhoog kruipende glijbekisting komt de boven in de bekisting gestorte betonspecie na ca. 6 h aan de onderzijde vrij van de bekisting. Het beton moet op dat moment dus reeds geringe krachten kunnen opnemen, waartoe cementsoort, betonsamenstelling e.d. aangepast dienen te worden. De wapening moet telkens naar boven verlengd worden, een en ander uiteraard afgestemd op de bewegingssnelheid.
De glijbekisting is samengebouwd met een werkvloer, waarop betonwerkers en -vlechters kunnen werken. Het geheel wordt in het koude jaargetijde beschermd tegen weersinvloeden door een omhulling van zeilen of kunststoffolie.
