oudste staatsierijtuig van het Ned. koninklijk huis. Het rijtuig is in 1826 te Brussel gebouwd door de rijtuigbouwer Simons voor f16000.
Na de afscheiding van België (1839) werd de koets naar Nederland overgebracht. Het vierwielige onderstel is wit en verguld, en voorzien van een staatsiebok. De donkerblauwe, met zeven ruiten gesloten bak is afgezet met vergulde lijsten en heeft op de vier zijden het koninklijk wapen. Het interieur is bekleed met rood fluweel en wit satijn, in het midden van de hemel is het rijkswapen geborduurd. Op het dak rust een vergulde kroon op een rood fluwelen kussen, op de vier hoeken staan koperen leeuwtjes.