Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Glasgow, (stad)

betekenis & definitie

Schotse stad aan beide oevers van de Clyde, 816000 inw. Glasgow is vóór alles zeehaven (tiende haven van Groot-Brittannië).

De kadelengte bedraagt 20 km en de dokcapaciteit ca. 1,5 km2. Glasgow is sterk afhankelijk van de export (ijzererts en graan) en sinds 1934 een probleemgebied. Het ontbreken van een achterland belemmert de verdere ontwikkeling. Glasgow is het centrum van het gehele Zuidschotse industriegebied: locomotieven, scheepsbouw, zware machines, textiel, tapijten, rubber, glasdraad, sigaretten. De oudste branche, de textiel, legt zich op kunstvezels toe. De impulsen van regeringswege en de bouw van een fabriekshallencomplex trokken nieuwe industriebranches aan, o.a. een Rolls-Royce-vliegtuigmotorenfabriek en een fabriek van kantoormachines.In Glasgow zetelen een anglicaanse bisschop en een rooms-katholieke aartsbisschop. Glasgow heeft een universiteit, een muziekhogeschool en verschillende instellingen voor vakonderwijs op academisch en middelbaar niveau. In de Corporation Art Galleries bezit Glasgow een belangrijke schilderijenverzameling.

Het stadsbeeld van Glasgow wordt voor een groot deel beheerst door 19e-eeuwse architectuur. Het zwaartepunt ligt op de rechteroever van de Clyde. Het middelpunt van de binnenstad wordt gevormd door George Square, waaromheen o.a. de Bank van Schotland, het stadhuis en het Merchant House gegroepeerd zijn. De behoefte aan uitbreiding wordt voor een deel opgevangen door de ‘new towns’ East Kilbride, Cumbernauld, Glenrothes en Livingston. Verdere uitbreiding leidt door ruimtegebrek tot extreme hoogbouw.

De naam Glasgow is van Keltische oorsprong en betekent vermoedelijk ‘groene plaats’. Glasgow kreeg in 1187 stadsrechten, was in de 16e en 17e eeuw een der bolwerken van het calvinisme, kwam tot bloei na de Schots-Engelse unie van 1707, maar ontwikkelde zich pas in de 19e eeuw tot de voornaamste Schotse industriestad.

litt. J.M.Reid, Glasgow (1956); R.Miller en J. Twy (red.), The Glasgow region (1958).

< >